Dead man: cinema als orakel
7/16/2025


Dead Man:
Over sterven, systemen en het ontwaken van een nieuwe wereld
Sommige films kijk je niet.
Ze kijken naar jou.
Niet met ogen, maar met mist.
Niet met een verhaal, maar met trage beelden die iets losmaken in je bewustzijn. Zo kwam Dead Man van Jim Jarmusch op mijn pad. Geen toeval. Resonantie.
Een fluistering. Een kruimel op het pad van wie leert luisteren naar het orakel van onze tijd.
Dead Man als dodenritueel van het Westen
Op het eerste gezicht is Dead Man een zwart-wit western met Johnny Depp in de hoofdrol.
Maar wie durft vertragen, merkt: deze film is geen verhaal. Het is een ritueel.
William Blake, boekhouder, vreemdeling, naamdrager van een dichter,reist naar het stadje Machine voor een job die al verdwenen is. Een illusie in een illusoire wereld.
Wat volgt is geen zoektocht, maar een stervensweg.
Een bardo: het tussenrijk tussen dood en wedergeboorte.
Niet lineair, maar cirkelend. Niet heldhaftig, maar desoriënterend. Een trip door niemandsland.
Het beeld dat blijft: onschuld in zijn armen
Eén beeld snijdt zich los van de rest: Johnny Depp, verwilderd, verdwaald ,houdt een babyhertje in zijn armen.
Alsof onschuld zich voor het laatst toont.
Een beeld van wat ooit was, en nooit meer zal zijn.
Een moment van genade, middenin het sterven.
Dat hertje is niet alleen een dier. Het is het kind in ons. De ziel.
Wat we verliezen als we volwassen worden in een zieke wereld.
Wat we koesteren zonder te weten waarom.
Wat we niet kunnen vasthouden, enkel omarmen, voor even.
Nobody: gids van de onderwereld
Blakes gids is een inheemse man, Nobody, die hem niet als mens maar als dichter herkent.
Hij citeert poëzie, spreekt in een taal die niemand begrijpt, neemt peyote, wijst niet de weg maar opent de ruimte. Een sjamaan.
Hij is geen bijrol. Hij ís de poort.
Tussen werelden. Tussen bewustzijnstoestanden.
Tussen wat sterft en wat geboren wil worden.
Kolonisatie, Palestina en het systeem dat verslindt
Onder het oppervlak klinkt een scherpe aanklacht:
Dead Man toont een wereld gebouwd op vernietiging van natuur, van taal, van weten.
Zoals in Palestina, waar een volk wordt vermoord en tot zwijgen gebracht.
Zoals in Congo. Zoals bij de Mapuche, mijn voorouders.
De film toont hoe het systeem zelf stervende is.
Machine, het stadje, is geen belofte. Het is een graf.
De reis van Blake is de onze:
weg van winstlogica,
weg van identiteit,
weg van illusie.
Een weg naar leegte. ontmanteling. deconstructie van het ego.
Naar ons naakte, wilde zelf.
En naar waarheid.
Neil Youngs gitaar: rouw in klank
De soundtrack is geen muziek. Het is een adem.
Neil Young improviseerde live op de beelden.
Zijn gitaar zucht. Valt stil.
Valt soms uit de maat. En net daardoor raakt ze.
Zoals liefde die te laat komt
Zoals waarheid die schuurt.
Zoals wij, in een wereld uit het lood geslagen.
Ontwaken door sterven
Wat in Blake ontwaakt, is geen verlichting.
Het is afpellen.
Een trager worden.
Een vallen.
Zijn job, zijn naam, zijn verhaal: ze sterven af.
Wat overblijft is een lichaam dat zich niet meer verzet.
Een man die zich laat dragen door beelden, poëzie, stilte.
In plaats van actie: overgave.
In plaats van plot: visioen.
In plaats van overwinning: loslaten.
Ontwaken is hier geen daad. Het is een gevolg.
Een echo van wat sterft.
En dat maakt het echt. En ongemakkelijk. En waar.
Cinema als orakel
Dead Man is geen film.
Het is een orakel van celluloid.
Niet om te begrijpen. Maar om te ondergaan.
Het vertelt ons: “Wat sterft, hoeft niet verdwenen te zijn.
Wat je loslaat, kan dan pas echt ademen.
Wat uit de maat valt, klopt soms dieper dan wat ooit op tijd kwam.”
Epiloog: de wereld in bardo
Wat Blake meemaakt is geen individuele reis.
Het is collectief. Mythisch.
De wereld zelf bevindt zich in de bardo.
Tussen oude systemen en wat nog geen naam heeft.
Systemen vallen. Maskers vallen.
De kogel zit niet langer alleen in het script,
maar in lichamen. In straten.
In Gaza. In Congo. In het hart van wie weigert weg te kijken. De wereld ontwaakt.
Niet via meditatie, maar via breuken die niet meer geplakt kunnen worden.
Niet via therapie, maar via rauwe realiteit. Kolonisatie is geen verleden. Het is nu.
En het vraagt van ons geen schuld. Maar aanwezigheid.
Geen verklaring. Maar keuze.
Kiezen om te kijken. Om te voelen.
Om niet terug te keren naar slaap.
Slot: mijn eigen kruispunt
Toen ik iemand hoorde spreken over Dead Man, voelde ik iets trillen.
Een herinnering. Een weten.
De volgende dag kreeg ik onverwacht een uitnodiging van een bevriende druïde
Om samen een interventie te doen in een arboretum.
Hij had een kaart getrokken: De Dood.
En hij voelde intuïtief: “Ik moet haar bellen.”
Toen hij thuiskwam, verscheen ik als eerste in zijn feed. Geen toeval. Geen romantiek.
Alignement. Alsof film, kaart, druïde en uitnodiging samenklonken in één boodschap:
“Je tijd is gekomen.
De dodenreis is begonnen.
Niet om te verdwijnen,
maar om eindelijk zichtbaar te worden.”
